Vakantietips

Tip 1: rustig aan

Of je nu op reis gaat of thuis blijft, vakantie is anders dan het leven van elke dag. Kies voor een vakantieplanning die past bij je gezin. Voorzie ruimte voor 'niets moeten' en gezellig samenzijn. Denk aan eenvoudige dingen die jou en je kinderen meteen in de vakantiestemming brengen: doe samen een barbecue, maak samen een wandeling, ga naar de speeltuin, lees een lang verhaal voor of ga eens ouderwets picknicken.

TIP 2: een vakantieritme

Zorg ook tijdens de vakantie voor een structuur. Dit kan heel wat onrust wegnemen. Zorg voor een bepaald ritme, bijvoorbeeld na het ontbijt doet iedereen waar hij zin in heeft, na het middagmaal doe je samen iets. Of kies ’s avonds samen wat jullie de volgende dag gaan doen. Een kalender met tekeningen of pictogrammen kan je kind helpen.

Tip 3: gezellige vakantieregels

Vaak gaat het er in de vakantie wat losser aan toe. Zoek een balans tussen ‘dit moet’ en ‘dit mag’, tussen vaste regels en gezellige vakantieregels. Elke dag een ijsje, een nachtje slapen in het grote bed of zelf bepalen waar je je ‘vakantiegeld’ aan uitgeeft: dat geeft garandeert een vakantiegevoel. Kijk maar wat past bij jouw kinderen, jouw gezin en wat jij in de vakantie graag hebt.

Tip 4: tieners mee op reis

Tieners hebben een ander idee van de ideale reis dan hun ouders. Het komt er dus op aan om rekening te houden met elkaar. Met deze tips gaat het beter:

• Afwisseling en actie: Daag tieners uit, hou ze bezig. Dan zijn ze in hun element. Zorg voor spannende activiteiten en laat ze, alleen of samen met jou, op ontdekking gaan.
• Goed gezelschap: Broers en zussen zijn lang niet zo interessant als leeftijdsgenoten. Kies een bestemming waar ze jongeren van dezelfde leeftijd kunnen ontmoeten. Of is er nog plaats om een vriend of vriendin mee te nemen op reis?
• Vrijheid: Geef tieners hun eigen ruimte. Een apart tentje naast de gezinstent, alleen op uitstap met vakantievrienden of gewoon wat chillen aan het zwembad. Vind een evenwicht tussen loslaten en vasthouden. Trouwens, je hebt er ook voordeel bij: je hebt zelf meer vrijheid als ieder overdag zijn eigen weg gaat. Samen eten geeft je dan de kans om elkaar de verhalen van de dag te vertellen.
• Goede afspraken: Wat verwacht jij? Wat wil je kind? Maak op voorhand samen afspraken over het uur van opstaan en eten, samen op pad gaan, uitgaan, vakantiegeld. Zo voorkom je vervelende vakantiediscussies.
• Vakantieliefje: Veel tieners beleven hun eerste verliefdheid of seksuele ervaringen op vakantie. Maak van dit onderwerp geen taboe. Mag je kind wel of niet met hem of haar op stap? Hoe sta je als ouder tegenover het experimenteren van je kind? Praat over veilig vrijen.
• Wifi: Wil je per se wifi op de bestemming of ga je voor een wifi-loze plek? Bekijk samen met alle gezinsleden hoe jullie hiermee willen omgaan. Wie weet zijn het die tieners zelf die pleiten voor wat minder schermtijd voor iedereen.

Tip 5: naar buiten

Zes op tien kinderen zet buitenspelen in hun top drie van favoriete activiteiten. Buitenspelen betekent nieuwe ervaringen opdoen. Ruimte om te rennen, te fietsen, te springen. Lawaai te maken en energie kwijt te raken. Kinderen hebben ook nood aan natuur. Modder maken van zand, visjes vangen in de beek, putten graven: kinderen genieten daar enorm van. Kinderen komen ook tot rust buiten. Genieten van de zon op hun gezicht of de wind in hun haren. Dromen in een verborgen kamp of in de boomhut.
Zo word je een echte buitenspeel-ouder:

• Er zijn echte buitenkinderen, en kinderen die een duwtje in de rug nodig hebben. Elk kind vindt wel iets leuks om te doen buiten! Vind hier inspiratie om buitenspelen onweerstaanbaar te maken.
• Toon dat je buitenspelen waardeert. Verzamelde takken en keien zijn echte schatten voor je kind, het is leuk als je die als ouder ook bewondert. Geef je kind een pluim als het met een zelfbedacht spel op de proppen komt.
• Een rommelig tuinhoekje of een braakliggend terreintje in de buurt bieden al heel wat uitdagingen. Ga samen op zoek naar de mogelijkheden ervan: een kamp bouwen, kriebelbeestjes zoeken, verstoppertje spelen.
• Houdt je kind niet zo van heel wilde spelletjes? Misschien geniet het wel van een stukje moestuin waar het zijn gang kan gaan, van buiten een boek lezen op een rustig plekje, van de was ophangen of blaadjes bijeen harken.
• Word niet boos om vuile knieën. Spreek af met je kind welke kleren speelkleren zijn en leg ze op een vaste plek klaar, samen met makkelijke schoenen om aan- en uit te trekken.
• Geniet zelf van het buiten zijn: een wandeling in het bos, een fietstochtje, een picknick of tuinieren. Als je zelf altijd binnen blijft, zullen je kinderen dat gedrag makkelijk kopiëren.
• Hoe meer kinderen in de buurt, hoe meer speelkameraadjes waarmee je toevallig of gepland kunt spelen. Enkele afspraken met de buren zorgen misschien voor momenten dat er meer kinderen tegelijkertijd buiten spelen.
• Ga vaak met je kind op stap, te voet of per fiets. Zo krijg je zicht op het verkeersinzicht van je kind, en kan je afspraken op maat maken. Hoe lang en hoe ver mag je kind van huis? Wat kan het doen in geval van nood?
• Creëer buitenspeeltijd. Door afspraken te maken over schermtijd, en door niet alle vrije tijd van je kind vol te plannen met vaste activiteiten.
• Slecht weer bestaat niet, alleen onaangepaste kledij. Laarzen aan en springen in de plassen, rollen door de herfstblaadjes of ontdekken hoe de vrieskou alles anders maakt: buiten spelen kan in alle weersomstandigheden.
• Een blauwe plek of schaafwonde hoort erbij. Leer je kind risico's inschatten.
• Is je buurt niet echt speelvriendelijk? Denk samen met de buurt na over concrete verandervoorstellen en ga het gesprek aan met je gemeentebestuur. Een speelstraat, heraanleg van een speelplein, een opruimactie van het buurtpark, de mogelijkheden zijn talrijk om in je onmiddellijke omgeving meer speelkansen te creëren.

Bron: www.groeimee.be/themas