Hoe plant ik mijn boom?

Sta je op het punt een klimaatboom te bestellen? Niet twijfelen! Deze klimaatboom zal je de komende jaren voorzien van zuivere lucht, koelte tijdens warme zomers en meer leven in je tuin. Plant hem dus correct en geef hem ruimte om te groeien. Hoe? Wij helpen je op weg in 10 stappen.

Een boom plant je in november of december. De boom kan zich dan goed verankeren zodat hij tegen het voorjaar voldoende water kan opnemen en opgewassen is tegen langdurige droogte.

Dit heb je nodig: afdekzeil, schop, boompaal, boomband, boombandspijker en compost.

Vervolgens kan je dit stappenplan volgen: 

1. Maak het plantgat diep en groot genoeg zodat de wortels erin passen.
​Graaf een plantput van tweemaal de breedte van de kluit. Zorg ervoor dat de wortels niet gedraaid liggen of aan de buitenzijde omhoog wijzen. Snoei de wortels niet bij.

2. Maak de aarde van de wanden en de bodem van het plantgat los.
Zo dringen de wortels in de grond en staat de boom stabiel.

3. Zet de boom in het plantgat op een heuveltje losgewerkte aarde.
Plant de boom even hoog als in de kwekerij. De bovenste wortels moeten maar net onder de grond liggen.

4. Vul het plantgat voor de helft terug op terwijl je de boom recht houdt.
Gebruik een mengsel van 9 delen grond en 1 deel compost.

5. Schud de boom lichtjes op en neer.
Zo verspreidt de aarde zich goed tussen de wortels.

6. Vul het plantgat verder met de overgebleven aarde.

7. Druk de aarde voorzichtig aan met je voeten.
Wijs met je tip naar de boom zodat je de wortels niet beschadigt.

8. Plaats een boompaal aan de zuidwestzijde op 30 cm van de stam.
Gebruik een onbewerkte boompaal en laat deze max. 120 cm boven het maaiveld uitsteken. Maak de boom met een boomband in 8-vorm vast aan de boompaal.

9. Maak een aarden walletje op 50 cm van de boom.
Dit vormt de gietrand waarin het water blijft staan wanneer je de boom water geeft.

10. Snoei beschadigde takken om ziektes en rotting te voorkomen.
Snoei boven een naar buiten gerichte knop tot 1/3 in. De hoofdtak snoei je nooit!

Aandachtspunten

  • Plant niet tijdens een vorstperiode of bij uitdrogende wind.
  • Plant niet in een natte, waterverzadigde bodem.
  • Bescherm de wortels tegen uitdrogen of bevriezen. Dek de wortels af met grond of met een zeil. Ook tijdens het vervoer dek je de wortels af.

Geef je klimaatboom ruimte

  • Kies een boom, aangepast aan de grootte van je tuin. Als de boom volwassen is, moet de kroon voldoende ruimte hebben. Is dit niet het geval, dan moet je de boom onnodig snoeien om hem binnen de perken te houden. Zonde van het geld en de tijd!
  • Afhankelijk van de soort, kan de kruin een bepaalde breedte aannemen. Plant dus niet te dicht bij een gebouw, infrastructuur of andere boom. In de boomfiches kan je opzoeken hoe groot jouw boom kan worden.
  • Plant je boom op minstens 2 meter van je perceelsgrens. Dit is de wettelijke plantafstand.

Nazorg tijdens de eerste jaren na aanplant

  • Geef de eerste drie jaar water tussen april en september, vooral tijdens droge periodes. Daarbij geef je best één keer per week een grote hoeveelheid water, in plaats van dagelijks een beetje.
  • Leg een laagje bladcompost op de bodem rond de boom, dat remt de onkruidgroei en verhindert dat de bodem uitdroogt.
  • Laat de boom gewoon groeien, je hoeft hem niet te snoeien. Enkel als je onder de boom wilt kunnen lopen, kan je vanaf jaar drie, om de drie jaar de onderste takken wegsnoeien tot de gewenste hoogte is bereikt.
  • Snoei schurende en gebroken takken.
  • Controleer geregeld de boompaal en -band. Drie jaar na aanplant verwijder je de boompaal en -band.